Co-housing appartement

Co-housing: niet voor studenten (met enkele uitzonderingen)

Studenten kunnen zich niet domiciliëren op een kotadres, en mogen daarom niet samenwonen in een gezinswoning of appartement waar domiciliëring vereist is. Co-housingprojecten zijn dus doorgaans niet bedoeld voor studenten, ook niet in combinatie met werkende huisgenoten.

Waarom niet?

• De regelgeving rond domicilie laat niet toe dat studenten zich inschrijven op een klassiek woonadres zoals een co-housingappartement.

• Enkel specifieke categorieën vallen buiten deze beperking.

Uitzonderingen op de regel:

1. Doctoraatsstudenten

   • Worden bij domicilie niet als student beschouwd.

   • Ze mogen dus wél deelnemen aan co-housing met domicilie.

1. Co-assistenten (geneeskunde)

   • Als je kan aantonen dat je over voldoende bestaansmiddelen beschikt, word je opgenomen in het bevolkingsregister.

   • Daardoor word je niet meer beschouwd als student.

1. Buitenlandse studenten

   • Als zij zijn ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister én op een duurzame manier samenwonen (bv. als koppel of gezin), worden ze niet als student beschouwd.

1. Studenten die familie zijn van elkaar

   • Bijvoorbeeld broers en zussen of studerende kinderen van één gezin.

   • Zij mogen samenwonen in een eengezinswoning zonder zich op dat adres te domiciliëren.

⚠️ Belangrijk: vrienden, partners of medestudenten van die studenten mogen er niet bijkomen wonen.

Alle bewoners zijn officieel gedomicilieerd op hetzelfde adres. Zij staan ingeschreven in het bevolkingsregister als een gezin, ook wanneer er geen familieband bestaat. De gezinssamenstelling bestaat uit één referentiepersoon, terwijl de overige bewoners worden geregistreerd als 'niet-verwant'. Op deze wijze wonen zij gezamenlijk samen in één woning of appartement, vergelijkbaar met een traditioneel gezin.

Hier moet nog het antwoord komen